2024 - Auschwitz
In 2024 waren we even afgeweken van onze traditionele datum om te reizen, we gingen van 10 tot 21 juni.
Een bezoek aan Auschwitz stond immers al een tijdje op de bucketlist van enkele mensen.
Wegens omstandigheden konden er enkele mensen dit jaar niet meegaan, waardoor in 2024 ons clubje uitgedund werd naar drie motards.
Je kan het een beetje vergelijken met het verhaal van de 10 negertjes uit onze kindertijd, maar dan:
Zeven motards gingen in 2024 naar Polen, eentje had familiale verplichtingen, toen waren ze nog met zes.
Zes motards gingen in 2024 naar Polen, eentje had zijn rug geblesseerd, toen waren ze nog met vijf.
Vijf motards gingen in 2024 naar Polen, eentje bleek naar een trouwfeest te moeten, toen waren ze nog met vier.
Vier motards gingen in 2024 naar Polen, eentje moest een operatie ondergaan, toen waren ze nog met drie.
Maar dat lieten we niet aan ons hart komen, wij drie gingen ervoor!
DAG 1: van Hamme naar Saarburg
Iedereen weet nog dat de zomer in 2024 enorm moeizaam is gestart. Nog voordat de zomer klaar was om te "shinen" vertrokken wij voor dag en dauw richting Saarburg. Pierre die van Erpe-Mere is, pikten we op langs de kant van de snelweg.
Peter en ik waren al kletsnat tegen dat we daar aankwamen.
Gelukkig bleef het vanaf dan (zo goed als) droog. Om de 322Km af te haspelen bleven we op de autosnelweg tot aan de afrit Landen.
Vanaf daar ging het via N64 richting Hamoir.
Nadat de koffie werd genuttigd in "cafe du sport" reden we verder via de N66, de N30, N89 en N68 naar het Knauf shopping center Schmiede, net over de grens van Luxemburg.
Gezien de benzine daar toch iets minder overheid kost, werd daar getankt.
En onze broodjes, die we met veel liefde van thuis hadden meegekregen, verorberd.
Dan zijn we de N7 blijven volgen. Via Heinerscheid, Fishbach, Hoscheid naar Diekirch waar we de Sure overstaken. De N14 bracht ons dan slingerend door enkele Luxemburgse dorpjes tot in Wecker waar we de N1 opreden.
Met de Moezel als grenspost ruilden we Luxemburg voor Duitsland.
Enkele Bundesstraßen verder kwamen we aan in Saarburg waar we eerst onze dierbare reisgezellen volgooiden vooraleer het hotel te betreden.
Hotel Zunfstube was mooi gelegen in het centrum van het pittoreske Saarburg. En op voorhand bleek dat we plaats hadden in een garage, weliswaar een driehonderd meter van het hotel verwijderd, net buiten het centrum.
Onze bagage afgeladen, en men wees ons waar de motorfietsen geplaatst mochten worden. Toen we aan die garage aankwamen bleek dat deze vol rommel stond. We hebben dus eerst gans die garage kunnen ordenen vooraleer onze motorfietsen binnen kon staan.

Nadat we vertelden dat het toch wel extreem moeilijk was om de drie motoren in de garage te krijgen, bleek dat het niet voorzien was dat we daar stonden, maar zouden we op de parking moeten staan hebben.
Bikers opgelet dus, het is niet omdat ze in Zunfstube met mail toezeggen dat er plaats voorhanden is in een garage dat die er wel degelijk is. Daarom alleen al is voor mij dit hotel GEEN aanrader!
Voorts is het hotel wel te doen, vriendelijke bediening en lekker eten.
Wat wil een mens nog meer? (Een garage dus :-) ).
DAG 2: van Saarburg naar Möckmühl - Korb
Na een verkwikkende nachtrust en dito ontbijt, motorfietsen uit garage halen, laden en "on the road again".
We lieten de Saar voor wat het was en via de kronkelende B407 reden we richting Zerf (aan de Ruwer).
Kleine wegen brachten ons via Wadern, Lockweiler, Selbach, Oberthal, Ottweiler naar de koffie in Zweibrucken.
Je kan plannen zoveel je wil, maar als de koffiebar niet open is moet je alternatieven zoeken. Tussenstop in een benzinestation dus, waar ze ook lekkere koffie serveren.

We hadden op voorhand rekening gehouden om ongeveer om de 200Km te tanken, gezien niet iedereen met een "lange-afstandstoerbuffel" zou rijden.
De Wings en de Intruder echter kunnen gemakkelijk 300Km zonder bij te vullen. Maar na 200Km verwijderd van Saarburg was een tweede kop koffie welkom.
Verder via de "Bundesstrassen" richting doel van dag twee, zijn we onderweg even gestopt om een groepsfoto te nemen.
Gezien het een kleine groep was, was het ook snel gepiept. Pierre heeft daar ook even zijn Drone op de omgeving losgelaten om wat mooie beelden te schieten. Valt het op dat het mooi weer was waar we heenreden?
Het thuisfront klaagde nog steeds over regen, regen, en nog eens regen. En wij?

De planning om een middagmaaltje te nuttigen werd niet gevolgd, we hebben een broodje gegeten aan een NORMA warenhuis die je her en der vindt in Duitsland. Vers en lekker! En de meeste NORMA's hebben toilet voorzien, wat niet altijd waar is als je stopt aan een Bäckerei voor een vlugge beet. Dus Pierre, goed gevonden dat we zoveel mogelijk stoppen aan NORMA's voor drank en spijs.
Uiteindelijk bracht de B292 en de L1099 ons in de Möckmüller strasse die ons toeliet ons ros te tanken waarna de K2023 ons direct aan het hotel deponeerde.
Hotel Landgasthof Krone is een pareltje voor bikers in een heel rustige omgeving waar de motoren veilig gestald staan in een soort garage/schuur. Alhoewel "schuur" denigrerend zou zijn voor het gebouw.

De bediening wordt er verzorgd door heel vriendelijke mensen, en alle nodige luxe is er voorhanden.
Reken daar nog lekker eten en een gezonde nachtrust bij en het plaatje is helemaal af.
DAG 3: van Möckmühl - Korb naar Flossenburg
De 289Km die we die dage deden was voornamelijk over kleinere weggetjes, kronkelend in een prachtig landschap en ons voerend naar de Tsjechische grensstreek.
We vertrokken rond half tien, na een buffet om duimen en vingers af te likken.
De baantjes lieten ons door dorpjes rijden als Wemmershof, Ravenstein, Oberndorf, Elpersheim, Creglingen, Neudorf, tot we halt hielden in Unterschlauersbach voor een bakje koffie. Een bakje troost zouden onze Noorderburen het noemen, maar troost hadden we niet nodig, integendeel, de zon scheen, het was niet te warm en de wegen lagen er als biljartlakens bij.
Na de koffie gingen we verder op ons elan om het middagmaal te nuttigen rond Stadeln.
Een NORMA grootwarenhuis kon ons namelijk een broodje leveren wat de honger kon stillen tot de avond.
Via een klein stukje A2 ging het vanaf Behringersdorf verder op de B14 en in Altensittenbach hebben we getankt.
De laatste 100 km verwerkten we buiten de B14 nog enkele kleine baantjes die ons bochtengewijs tot bij ons hotel brachten, het door ons reeds gekende "bij Petra".
Hotel Sankt Ötzener Hof hebben we nog al aangedaan. Enkele jaren geleden bij wat wij de Kampenrit noemden, toen we het kamp Flossenburg aandeden. Later heeft Pierre daar nog meerdere keren terug geweest. En nu dus ook. Want het hotel heeft zeer zeker enkele troeven!
Als biker kan je de motorfiets in een garage plaatsen en is er zelfs gereedschap voor handen. Kan handig zijn. Er is een mooie binnenplaats en je kan er halfpension verblijven.

En half-pension is een aanrader, niet enkel omdat het lekker is, maar ook omdat het hotel ver afgelegen is van de bewoonde wereld.
En voor die prijs. . . Sankt Ötzener Hof is het goedkoopste hotel dat we kennen, maar ondanks zijn prijs is het van alle nodige comfort en luxe voorzien. Dat in combinatie met heel vriendelijke mensen die steeds met een glimlach je op je wenken bedienen!
DAG 4: van Flossenburg naar Bystřice nad Pernštejnem
Na het rijkelijke ontbijt stuurden we onze stalen rossen richting Tsjechische grens. Net over de grens even de "naftenbak" vullen met goedkope(re) naft (helaas enkel 95 E10 in Tsjechië).
Om de 354Km op een aanvaardbare tijd te kunnen afhaspelen stond er dan een 75-tal kilometer autosnelweg gepland. Die kilometers hebben we helaas afgelegd in gietende regen. En niet dadelijk wetende hoe Tsjechische snelwegen met overtollig water omgaan was het zelfs heel even slikken. Maar eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat de snelwegen ginder er stukken beter bijliggen dan in ons thuislandje.
Enfin 75km en 150liter water later verlieten we de snelweg. Het zonnetje was weer van de partij, en aan een benzinestation konden we onze dorst laven en de beentjes strekken.

De geplande stop aan bistro Fanny is helaas niet doorgegaan. Het was er niet meer. Maar we hebben een hapje verorberd in een of ander tankstation, niet echt een aanrader. De fastfood maaltijd kon je bezwaarlijk hamburger noemen, maar de magen waren gevuld en we konden verder tuffen richting Bystřice nad Pernštejnem (probeer dat maar eens uit te spreken).
Via de mooie aangelegde secundaire wegen ging het verder oostwaarts, en een anderhalf uur later stop bij Cafe Iveta. Gepland en uitgevoerd.
Wat ons opviel in Tsjechië is de discipline bij de verkeersdeelnemers. Fietsers rijden achter elkaar en hinderen de auto's niet. Automobilisten hebben respect voor andere weggebruikers, en houden zich strikt aan de snelheidsregels. Nu moet ik wel zeggen, het is geen knoeiboel zoals in België waar je constant van snelheid moet veranderen, integendeel!
De wegen waarop wij reden was de snelheid ofwel 90 km/uur ofwel 50 Km/uur. En die lage snelheidsbeperking was enkel in dorpskernen. En dat leidde tot het gedisciplineerd gedrag van 90 waar 90 mag en afremmen tot 50 aan de dorpskern. Zalig om te zien dat mensen ongefrustreerd zich in het verkeer begeven, België kan er een voorbeeld aan nemen!
Enfin, Cafe Iveta dus, die was wel open en daar hebben we van een lekkere tas koffie kunnen genieten op het terrasje.
De laatste 100km tuften we dus gezapig verder op die mooie wegen tegen de toegelaten snelheden, waardoor we wel op een redelijk vroeg uur aankwamen in Bystřice nad Pernštejnem.
Hotel Ala is een prachtig vier sterren hotel. Natuurlijk gebruiken wij al die faciliteiten niet, we hebben enkel kamer met ontbijt geboekt, maar wie zich graag laat verwennen in een wellness. . . het kan.
En de motorfietsen werden verwend met een mooie grote garage waar ze konden overnachten.
Wij zelf kregen een korting bon van 30% voor de wellness. Maar zoals reeds aangehaald, wij vullen elke avond onze magen, drinken een koffie (of iets straffers) en liggen zeer vroeg in ons bed. Ik ben namelijk snel moe door mijn Colitis en de daartegen nemende medicatie.
Het zijn vermoeiende dagen, maar wel extreem leuk natuurlijk.
Geen wellness voor ons, maar wel eten. En dat kan je niet in het Ala hotel, daarvoor moet je naar het dichtstbijzijnde dorp.
Ala hotel suggereert drie verschillende restaurants, en geeft je een taxi voucher voor de heen- en terugrit naar één van die restaurants. En dat is vlekkeloos verlopen, wat een service!
In het hotel logeerde een Poolse collega motard, hij reed echter de andere kant op.
Een zeer vriendelijke man (met een BMW GSA) die ons toch meegaf op onze hoede te zijn in Polen en onze motorfietsen steeds goed vast te zetten. Dank je wel, een verwittigd man is er twee waard.

DAG 5: van Bystřice nad Pernštejnem naar Oswiecim
Na het royale ontbijt, de motorfietsen geladen, en de eerste honderd kilometer afgehaspeld te hebben was het tijd voor de eerste stop voor koffie, en dat was op een mooi pleintje in een pittoresk dorpje. Daar wonen nieuwsgierige doch zeer vriendelijke mensen. Buiten het oudere koppel dat dadelijk de motorfietsen kwam keuren (en goed bevonden had), was er ook de man die Duits sprak en met ons kwam babbelen.
Het was daar wel aangenaam toeven in dat dorpje. De waard deed er tamelijk lang over om de drie koffies te maken, en excuseerde zich meermaals daarvoor via onze Duitstalige vriend. Zelfs als we vertelden dat we tijd hadden en dat het geen probleem was bleven de excuses komen.
Je kan in Tsjechië, buiten het feit dat ze hun eigen Tsjechische kroon hebben, overal betalen in Euro's. Het nadeel is dan natuurlijk dat je overal het lokale kleingeld terug krijgt. Daarom trachtten we zoveel mogelijk met de bankkaart te betalen. Bij betalingen met mastercard ben je zelfs verzekerd tegen fraude, mooi meegenomen alhoewel ik denk dat Tsjechen je niet zullen oplichten. (Maar waakzaamheid is overal geboden natuurlijk).
Nog een kleine honderd kilometers over zalige wegen later getankt (helaas geen E5 dus) en verder richting Poolse grens, die we overstaken in Silherovice.
De grens zelf was, zoals overal in de Europese gemeenschap, enkel aangeduid met een bordje, niet spectaculair dus.

Er was nog een tussenstop gepland voor koffie in Mszana, bistro Theodore.
Nog een tweetal uurtjes later waren we aangekomen in Hampton hotel waar de motorfietsen in de garage gestald en geketend werden.
Buiten het feit dat Hotel Hampton een prachtige (en veilige ) garage heeft blijkt het ook nog eens luxueus te zijn.
Je kan er 's avonds eten in de grote lobby (waar ook het ontbijt wordt geserveerd). Lekker en niet duur!
De mooie kamers maken het geheel af. Dit hotel kunnen we enkel aanraden als je Auschwitz wil bezoeken. Vanuit het hotel kan je een taxi nemen (je kan die bestellen bij de receptie, vraag voor een taxi die je met de kaart kan betalen).
De heenrit heeft ons 4,5€ gekost betaald met de masterkaart. De terugrit kon enkel via cash betaald worden en die vroeg 10€ voor de rit, wat nog heel weinig is.
DAG 6: Bezoek Kamp Auschwitz en Birkenau
We hadden op voorhand een
Nederlandstalige gids geboekt.
Die zouden we ontmoeten aan de parking van kamp Auschwitz.
De gids hadden we op voorhand 270€ betaald, en nog eens 50€ de dag zelf. Niet te duur, als je weet dat ze in feite een beetje een wandelende encyclopedie is, ze heeft ons fantastisch begeleid. Normaal gezien zouden we met zeven zijn toen ik haar boekte, met drie kost het evenveel voor de gids, maar je bent dus meer individueel begeleid.
De tickets, die ons gemaild werden op voorhand door de gids (wat een service he), op zak, konden we naar binnen.
De veiligheidsnormen zijn enorm, alsook het tijdsslot waarin je binnen mag. Dat tijdslot staat op de tickets vermeld. Wij waren iets vroeger, dus moest men de tickets een beetje aanpassen (of wij een kwartiertje wachten, dat kon ook), wat dadelijk in orde was.
Via scanners naar binnen, het leek wel een vliegveld.
Eenmaal binnen ging het eerst naar een balie waar we hoofdtelefoons en communicatietoestel kregen. De gids kon dan als het ware rechtstreeks in onze oren praten, zonder interferentie van andere gidsen. Want geloof me, het was er tamelijk druk.
Daarna een soort lange tunnel door en kwamen we aan op een plein in het kamp.

Het eerste wat je opvalt is de "bedanking" aan alle achtendertig landen die ervoor zorgen dat de site bewaard blijft voor de komende generaties.
Ook België draagt hier zijn steentje toe bij. In 2016 hebben al die landen samen voor ongeveer honderd miljoen euro gezorgd.
Onze gids gaf toen ook aan dat Auschwitz een concentratiekampcomplex was dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door nazi-Duitsland rondom de Poolse stad Oświęcim in Polen werd opgezet. Oświęcim lag in het geannexeerde deel van Polen.
Auschwitz was het grootste van alle Duitse concentratiekampen en bestond op het einde uit Auschwitz I ( wat het basiskamp was), Auschwitz II-Birkenau wat in feite het vernietigingskamp was, en Auschwitz III-Monowitz wat een werkkamp bij de IG Farben-fabriek was. Ook waren er nog een tiental sub kampen in de buurt. Wij zaten dus nu in het basiskamp dat in feite een soort kazerne was van het Poolse leger, maar dus omgebouwd na de capitulatie van Polen en de bezetting van Duitsland enerzijds, en Rusland anderzijds.
Tevens wees zij op het feit dat ongeveer 1,3 miljoen mensen naar Auschwitz werden gedeporteerd, en dat er ongeveer 1,1 miljoen ter plaatse om het leven zijn gekomen, het grootste deel van de slachtoffers werd vergast in het tweede kamp.
Maar even stoppen met uitwijden, we waren dus net aangekomen in het basiskamp. Een beetje verder staan er enkele platen waarop jonge mensen staan afgebeeld die daar zijn omgebracht. Het is vooral uit de beginperiode, het zijn quasi allemaal Polen en hun leeftijd die vermeld staat is bijna allemaal even laag, jonge mensen die slachtoffer waren van een ziek-in-het-hoofd dictator. Je weet wel dat nationaal socialisme en communisme enkel leidden tot waanzinnige acties, tot dood en verderf, maar hier wordt het je wel nog eens extra duidelijk gemaakt.

Niet enkel hierbuiten hangen die foto's op, je kan ze overal vinden, ook binnen de gebouwen.
Op de maquette die voorhanden is buiten kon de gids uitleggen hoe het kamp werd omgebouwd, en hoe het kamp steeds verder en verder uitbreidde.
Het beleid van Hitler spitste zich toe op het creëren van wat hij "het Arische ras" noemde. En dat wou hij bereiken door enerzijds mensen uit te roeien en anderzijds ervoor te zorgen dat ze niet konden voortplanten. Dat laatste was eerder gepland om toe te passen op de Slavische volkeren, onder andere de Polen, die hij als minderwaardig beschouwde, en anderzijds door het rechtstreeks uitroeien wat eerder voorzien was voor het Joodse volk.
De genocide begon al in 1942, toen het kamp vernietigingskamp was geworden. In Auschwitz werden, zoals eerder aangehaald, 1.1 miljoen mensen vermoord, 90% daarvan waren Joden.
In de tweede helft van 1944, wetende dat de geallieerden aan het oprukken waren, begon de SS gradueel het Auschwitz kamp te ontruimen door de gevangenen naar kampen in Duitsland te sturen. Midden januari 1945 werd besloten dat het kamp moest leeg gemaakt en vernietigd worden van 17 tot 21 januari. Zesenvijftigduizend (56.000!) mannen en vrouwen moesten uit het kamp en de sub kampen marcherend vertrekken. Heel veel mensen verloren daarbij het leven, deze marsen zijn gekend als "dodenmars".

Bovenaan de ingang staat de tekst "arbeid macht frei", maar de mensen wisten beter natuurlijk, ze wisten diep in hun hart en hoofd dat vrijkomen er niet meer bij was. De arbeiders die deze tekst moesten vervaardigen en ophangen maakten als een daad van verzet een omgekeerde B in het woord "Arbeit". Een kleine daad die een grote mentale impact had op de gevangenen.
De gevangenen werden ingezet om te werken, en een orkest moest marsen spelen toen de gevangenen het kamp verlieten om te werken, of toen ze terugkeerden. Dat maakte het tellen gemakkelijker blijkbaar. Dat werd daar nog getoond met een foto van de SS uit 1941.
Vele foto's uit die tijd, die door de SS werden genomen, zijn niet bewaard gebleven. Alle bewijsmaterialen moesten namelijk vernietigd worden. Maar sommige foto's zijn dus wel degelijk kunnen gered worden, wat ons nu in staat stelt om de gruwel trachten te bevatten. Ook illegaal gemaakte foto's zijn er voor handen, minder duidelijk, maar je snapt en ziet de essentie van de fotograaf wel; horror vastleggen op de gevoelige plaat. Om te kunnen delen met de wereld, om de wereld wakker te schudden. Want toen keek de wereld nog de andere kant uit...
Dus Auschwitz was het grootste kamp, en van overal uit Europa kwamen de gevangenen, ook uit Mechelen.
En Russen waren er ook, want het zogenaamde bondgenootschap van Duitsland met Rusland bleek heel broos te zijn en was zeer snel verworden tot vijandschap.
De blokken herbergen nu ook tentoonstellingen die door verscheidene landen georganiseerd worden, ook door België. Deze laatste ruimte is ook huiveringwekkend. Daar hangt onder andere een foto van een klein jongetjes, met de tekst "Simon Liverman, 8jaar, gedeporteerd met het transport 22B, wordt bij zijn aankomst in Auschwitz vergast".
Maar de meest impactvolle ruimte (althans voor mij toch) was die van Israël. Daar werd er verwezen naar SHOAH in plaats van de holocaust. De term holocaust komt namelijk uit het oud-Grieks en betekent 'brandoffer'. En het laatste wat het Joodse volk wil is brandoffer zijn.
De SHOAH is een totale en georkestreerde systematische genocide dat werd uitgevoerd door NAZI Duitsland en hun bondgenoten met doel de vernietiging van het Joodse volk. De basismotivatie was de antisemitische racistische ideologie. Tussen 1933 en 1941 begon het met een beleid dat Joden hun rechten en bezittingen wegnam, gevolgd door brandmerken en deporteren van Joden naar concentratiekampen.
Dit beleid werd niet echt afgekeurd door het Duitse volk, noch door het bezette Europa. In 1941, na de invasie in Rusland, werd er gestart met het systematisch uitroeien van het Joodse volk door Duitsland en hun bondgenoten.
Nog in dit gebouw staan bijna alle namen van vermoorde Joden in boeken, zodat je slachtoffers kan opzoeken en zodat de slachtoffers meer zijn dan een nummer, maar een eigenheid hebben, mensen waren, een naam hebben!

Ook waar de Gestapo gevestigd was staat een bordje, met vermelding dat er velen de ondervragingen met de dood hebben bekocht.
Je wordt stil in Auschwitz, en je vraagt je meerdere keren af waarom? Waarom die haat? Waarom die onmenselijkheid? Waarom dat moorden en folteren? Waarom?
Je wordt er stil van inderdaad, en natuurlijk ga je verder in stilte want je wil niet respectloos zijn tegenover de duizenden, honderdduizenden, miljoenen slachtoffers van een nationaal socialistische haatgolf.
Nadat we in het eerste Auschwitz kamp rond waren ging het met de bus (die voor estafette tussen beide kampen voorzien is) naar Auschwitz-Birckenau. Het vernietigingskamp. Alleen het woord al, dat mensen (kan je dat in feite wel mensen noemen) een kamp bouwen om andere mensen te vermoorden, uit te roeien, te vernietigen...
We hadden in het eerste kamp al foto's gezien waar er getrieerd werd bij aankomst. Mensen die gezond en sterk waren mochten eerst enkele dagen, weken, maanden werken vooraleer ze de dood tegemoet gingen, maar het overgrote deel dat toekwam werd dadelijk naar de gaskamers gestuurd.

De gevangenen kwamen dus toe met de (goederen)trein en dadelijk werd er triage gemaakt. In het begin was dat op een laadplatform buiten het kamp, later werd de spoorlijn tot in het kamp gebracht zodat de mensen niet zo ver moesten gaan om te sterven. Niet uit medeleven hoor, maar wel uit praktische redenen.
Het kamp is in feite verdeeld in percelen, maar ook een kant met stenen gebouwen (die eerst werden gebouwd), en een deel met houten barakken, hout omdat er geen geld meer was voor stenen gebouwen. We gingen naar het perceel met de houten gebouwen, en je kon je daar dadelijk voorstellen hoe het daar was, heet in de zomer, extreem koud in de winter. Het moet inderdaad een hel zijn geweest om daar te verblijven. En wetende dat de gevangene die daar verbleven in feite slaven waren, arbeiders tot ze erbij neervielen, werklui tot de dood.
In de "badkamers" waren natuurlijk geen douches, maar enkel een lange goot waar men zich kon wassen met (onverwarmd) water.
Toiletten waren in aparte blokken en waren in feite gewoon enkele gaten in een heel lange bank, de toiletten werden meestal achter een blok met was faciliteiten geplaatst, zodat het water werd gebruikt om de toiletten te spoelen.
In de houten barakken zagen we dan vele stapelbedden staan, breed genoeg om met twee mensen in te slapen. Maar dan bleek dat de mensen niet in de lengte sliepen, maar in de breedte, en niet twee maar vijf per bed...
Daarna bezochten we de stenen blokken, en echt waar, veel beter was dat ook niet.
In sommige blokken waren er extra houten latjes geplaatst aan de stapelbedden, dat bleken dan "laddertjes" zodat ook kinderen in hun bed konden geraken. Je wordt echt stiller en stiller.

Ook in de stenen blokken waren er sanitaire blokken, zelfde systeem als in de houten blokken natuurlijk.
Buiten, achter het laadplatform van de trein, heeft men nu een groot monument gemaakt, een monument met ontelbare kasseien die elk een leven voorstellen dat verloren ging, een monument om aandacht te vragen voor de gruwel, een monument dat je doet nadenken en respect opbrengen voor de slachtoffers. Met iets verder de verwoeste gaskamers, ruïnes van dood en verderf, vernietigd door onmensen die dachten dat op die manier hun misdaden tegen de mensen, misdaden tegen de menselijkheid, barbaarse misdaden onopgemerkt zouden blijven. Maar de ruïnes blijven, de littekens blijven, de bewijzen zijn gebleven en hopelijk ook de wil om dergelijke daden nooit meer toe te staan...
We zijn drie stoere bikers, drie ex-militairen, drie mannen die al iets hebben meegemaakt. Maar of het nu in Flossenburg was, in Mittelbau-Dora, in Buchenwald of in Auschwitz... we werden er heel stil van, droevig, terneergeslagen en een beetje down zelfs. Dit zou nooit meer mogen, nooit meer kunnen, maar helaas als ik de tweede Hitler zie die momenteel is opgestaan en ik zie de reactie van Europa, de reactie van de wereld... dan vraag ik me af: hebben we iets geleerd uit het verleden?
De dag nadien zijn Peter en ik nog op zoek geweest naar het "Judenplatform", het originele laadplatform waar de treinen stopten om goederen af te laden, eten voor de kampbewakers onder andere, maar ook in de eerste fase van het kamp de vele gevangenen die dan te voet naar het kamp moesten gaan. Het is een klein monument dat daar staat, een paar woordjes uitleg en een originele treinwagon waardoor je je weer een idee zou kunnen vormen hoe mensen daar werden behandeld. Een idee vormen? Ik denk niet dat we ook nog maar een ietsiepietsie in de buurt komen van wat toen mensen meemaakten. Maar je staat er wel bij stil, en hopelijk is dat voldoende. In Utopia sturen we dan alle wereldleiders daarheen vooraleer ze een oorlog kunnen starten, die worden daar dan ook stil van en denken ze twee keer na...
DAG 7: Rustdag
We hadden er rekening mee gehouden dat het bezoek aan de beide kampen mentaal wel een mokerslag kon zijn.
Dus hadden we voor alle zekerheid een rustdag ingelast.
Die rustdag hebben Peter en Frankie een "wandelinksken" gemaakt vanuit het hotel naar...Birkenau.
Aan de achterkant van het kamp was in eerste instantie de loskade voorzien.
Daar werden de gevangene van de trein gehaald en dienden ze te voet richting kamp.
Het was voor de Duitsers te moeilijk om dit in goede banen (wat je goede banen kan noemen)te leiden, en dus werd het spoor tot in het kamp getrokken.
Op de oorspronkelijke loskade staat een gerestaureerde wagon als monument en terugblik aan gruwelijke tijden.

DAG 8: DAG 8: van Oswiecim naar Pec pod Snezkou
Na een weekendje Oświęcim was het tijd om de terugreis aan te vatten. Het zou natuurlijk niet leuk zijn moesten we gewoon de heenreis omgekeerd terug rijden, neen dat deden we niet. We hadden andere routes voorbereid en natuurlijk moest ook de terugreis door Tsjechië. Maar daar opteerden we dan om door het Reuzengebergte van Tsjechië te rijden.
Op maandagmorgen dus, na het ontbijt, de motorfietsen geladen en wijle weer op weg.
We reden via Polen, Tsjechië, Polen, Tsjechië, Polen naar Tsjechië.
Enfin, je snapt het wel, we flirtten met de grens.
Polen is een triestig land om te rijden, snelheidsbeperkingen in alle soorten en vormen en in alle afstanden. Ik denk dat het kortste geldende snelheidsbord een tiental meter was. Van 30 naar 70 naar 50 weer 90 (heel even) naar 30...enorm frustrerend voor alle weggebruikers.
Een beetje het Belgische systeem, maar net iets meer doorgedreven. We waren blij dat we die korte stukjes in Tsjechië konden rijden.
In Polen was er politiecontrole, en die hield mij staande (ik moest de baan verlaten naar een parking), Peter en Pierre reden verder natuurlijk. Die gingen een 500-tal meter verder wachten. Je hoort zoveel over Tsjechische en Poolse corrupte politieagenten, maar of die verhalen waar zijn is natuurlijk de vraag.
En ik zou het antwoord heel snel weten. De zeer jonge agent vroeg me mijn rijbewijs en identiteitskaart. Hij vroeg ook of het mijn motorfiets was (heeft hij niet gecontroleerd) en waarom ik daar reed (verlof of werk). En dat allemaal in mooi verstaanbaar en deftig Engels. Ik antwoordde beleefd en behulpzaam. Hij vroeg of ik alleen reisde en toen ik zei dat mijn vrienden door waren gereden moest hij hard lachen. Een snelle alcoholtest later liet hij me zeer beleefd verder reizen en wenste me een veilige terugreis toe. Jaja, de politie in Polen is nog steeds je vriend en is heel vriendelijk!
Ons middagstopje was in Piet piratenland of iets dergelijks, alles stond daar in het teken van piraten, mooi hoor.

In de late namiddag kwamen we in zeer bergachtig mooi gebied waar de natuur nog steeds overheerst, doch met mooie wegen op zijn Tsjechisch.
Ons pension "Zakouti" was gelegen aan de bosrand nabij het centrum van Pec pod Snezkou. Dit is één van de geliefdste vakantiedorpen van Tsjechië. Dit gezellige bergplaatsje is bekend vanwege de hoogste berg van Tsjechië, de “Snezka”, die je met de stoeltjeslift kan bereiken.(Wat wij niet hebben gedaan natuurlijk). Het pension is zeer goedkoop, maar bij aankomen bleek dat er geen garage voorhanden was, ondanks de afspraak dat er wel plaats voor de motorfietsen zou zijn.
Toen we een "refund" vroegen omdat de voorwaarden niet voldaan waren, (een beetje blufpoker in feite want waar moeten we anders heen) zocht de eigenaar dadelijk naar een oplossing. Hij heeft ervoor gezorgd dat de motorfietsen in een grote garage van de buren konden staan. Of het zijn fout was of van booking.com dat weten we niet, maar in alle eerlijkheid denken we eerder wel aan dat laatste...

Zoals reeds vermeld een zeer primitief doch mooi en proper pension dat prijs/kwaliteit zeker het vernoemen waard is. De uitbater is een zeer vriendelijke man die, in geval van problemen, wel dadelijk oplossingen zoekt. We kunnen het hotelletje zeker wel aanraden.
Halfpension was daar niet mogelijk en eten dus ook niet. Ik was niet in staat op dat moment om mee naar beneden te gaan om te eten, Pierre en Peter gingen dus alleen, maar werden een kwartier later door een pizzeria eigenaar terug naar het pension gevoerd met drie pizza's in hun handen, heerlijk toch zo een vrienden!
DAG 9: van Pec pod Snezkou naar Seiffen/ Erzgebirge
Na een sober doch lekker ontbijt starten we met het vroege zonnetje de verdere terugreis.
Het gebergte met zijn mooie wegen was de moeite waard en een enige beleving. Motorrijden op zijn best. Misschien net niet zoals de Stelvio of de Gavia, maar het komt aardig in de buurt.
Onderweg even nog een groepsfoto gemaakt wegens de mooie achtergrond, en koffie in een of ander benzinestation waar we (helaas) weer E10 moesten inslaan. Gelukkig wordt dat slechte "dinosap" dadelijk gulzig verbruikt, de motoren vragen wat meer energie in de bergen en zeker met een benzine dat energiearmer is dan het deftige spul.
Onze tweede stop was in een mooi dorpje waar rond een prachtig plein enkele kroegjes en restaurants waren. De koffie was ook daar lekker en gaf ons weer wat kracht om tot aan het einddoel van die dag te rijden; Seiffen, net over de grens in voormalig DDR Duitsland.

Hotel Seiffener Hof is in ex-DDR gelegen, echter goedkoop is het niet.
Maar als je prijs/kwaliteit naar behoren krijgt is het natuurlijk niet teveel betaald. Eén van de belangrijkste aspecten van die te geven service is vriendelijkheid.
En net dat ontbrak aan de uitbater, een norse man die (stel je voor) ons 's avonds uit bed belde omdat we de drank nog moesten betalen, terwijl ook het hotel nog moest betaald (en dat mocht wel de morgen daarop, onbegrijpelijk).
En heel onvriendelijk, bijna roepend, me de rekening voorschotelde.
Ik heb die avond ook dadelijk het hotel betaald en wou er 's morgens zo snel mogelijk weg om nooit meer terug te komen. Tja het communisme zit er nog in bij sommige mensen.
Er was wel een garage, en de kamers waren mooi. Geen slecht hotel, maar mij zien ze daar nooit meer terug in ieder geval.
Een echte afrader dus!
DAG 10: van Seiffen/ Erzgebirge naar Eisenach-Hörschel
Het ontbijt was niet slecht in Seiffener hof, alhoewel de waard er precies tegen zijn goesting bijliep. Na het ontbijt motorfietsen laden, en vertrekken naar het westen toe. Ik reed de voorziene weg, slechts een kilometer of vijf, en toen bleek dat de te volgen weg onderbroken was.
Omkeren dus, terug richting hotel en dan die baan blijven volgen tot we iets verder uiteindelijk toch terug op de voorziene weg kwamen. We zitten nog steeds in de ex-DDR, maar je merkt er steeds minder en minder van. Na een veertigtal jaar is Duitsland stilaan bekomen van hun deels communistische periode. Veertig jaar hebben ze erover gedaan, en laten we eerlijk zijn, nu is er nog steeds een loonverschil tussen Oost en West. En als je de Duitsers hoort, geen pvda toestanden meer voor hun, ze hebben hun lesje wel geleerd.
Maar we wijken af, en we willen geen politiek voeren hier, dus verder met ons verhaal.
Het was mooi weer, niet te warm en zeker niet nat, dus prachtig motoweer zoals dat heet.
En we tuften gezapig de kilometers verder, door onder andere Olbernhau, Wolkenstein, Zschorlau en Lengenfeld waar we een Imbiss hadden gepland en gevonden. De Imbiss was tamelijk groot met vele tafels binnen en buiten. Het was iets te fris voor buiten te eten, dus lieten we de hardwerkende bazin onze bestelling van currywurst mit pommes binnen opdienen. Mmmmhhh "currywurst mit pommes und mayo", mijn favoriete fastfood als we in Duitsland zijn.
Na deze voortreffelijke maaltijd konden we weer verder tuffen richting Eisenach. Ons einddoel van die dag, een hotel nog steeds in het voormalige communistische deel van Duitsland, Tor zum Rensteig. En enkele uren, een tweehonderdtal kilometer zalige weggetjes na de frietjes later, kwamen we aan in het hotel. Iets later dan verwacht, maar alles was perfect voorbereid. Peter en Pierre konden in het hotel slapen, ikzelf moest een driehonderd meter verder overnachten in een "fremdenzimmer" van een ouder koppel. Over het hotel heb ik enkel positieve dingen gehoord, over mijn verblijf kan ik zeker ook niet klagen, integendeel.
Mijn hospita's was een ouder koppel dat alles wou weten over de motorfiets, over onze reis. Het viel wel op dat het woord Auschwitz drie keer moest uitgesproken vooraleer de dame begreep waar we heen waren geweest. De man begreep het dadelijk, maar beiden hadden precies een gêne, wat ik ergens wel kon begrijpen en dus dadelijk begon over het mooie Tsjechië en de mooie Duitse wegen. En de dalbrug die achter ons liep, man wat een mooie brug.

Het hotel heeft een overdekte plaats voor motorfietsen, die staan daar dus veilig en wel. Blijkbaar hadden ze ergens een probleempje met de boeking, maar voor mij hadden ze dan toch een oplossing gevonden. Ergens vond ik dat ze me dat zeker op voorhand hadden moeten zeggen en vragen of ik akkoord was om in een ander "hotel" te overnachten.
Het ontbijt in het hotel zowel als in de fremdenzimmer waren zeker voldoende en lekker. Ik ga hier het hotel niet aanraden noch afraden, maar als we ooit nog zouden boeken in dit hotel zou ik erop staan dat we allen in hetzelfde hotel kunnen verblijven.
We hadden geen halfpension, maar konden 's avonds in het restaurant net naast het hotel (en het is een onderdeel van het hotel) lekker eten a la carte (veel keuzes in Schnitzel, maar wie Duitsland bezoekt moet minstens één keer schnitzel eten, net als currywurst trouwens).
DAG 11: van Eisenach-Hörschel naar Hemmelzen
De voorlaatste dag was er eentje van 420 kilometer. Reeds na een twintigtal kilometer zouden we de voormalige grens passeren. De grens tussen oost en west. De grens die Duitsland ooit in twee verschillende naties deelde. En aan die grens staat wel een bordje en een monumentje. Ik veronderstel dus dat dit het geval is op alle wegen tussen het westen en het oosten van dit grote herenigde land.

Ons oorspronkelijk plan was om reeds na de eerste tachtig kilometer te pauzeren voor koffie, verslaafd als we zijn aan het zwarte goud. Maar plannen kan je zoveel je wil, als op dat jaar de cafés in verlof zijn, verdwenen zijn of zelfs gewoon een sluitingsdag hebben ben je eraan voor de moeite. Dus eerstvolgende grootwarenhuis dat we tegenkwamen (een Norma dus) was uitverkoren om ons verslaving te lessen. Dus nogmaals, als je ooit plant doorheen Duitsland te trekken, en op voorhand je routes te plannen met tussenstops, NORMA is het juiste codewoord.
Een aantal koffies bij bakkerijen en benzinestations later kwamen we door het Natuurpark Sauerland-Rothaargebirge dat met bijna vierduizend vierkante kilometer het grootste natuurpark is in Noordrijn-Westfalen. Het combineert prachtige natuurgebieden met culturele en industriële monumenten die getuigen van een van de oudste industriële regio's van Europa. Tweeëntachtig kilometer later verlieten we het park terug te Netphen, en reden nog een tachtig kilometer verder tot hotel Heisterholz.
Het hotel ligt in een rustig, klein zijdal van de Wied, op een lichte heuvel, vlakbij het bos, omgeven door weilanden en velden. Hun reclame verwijst naar de stilte, en echt waar, het is daar echt stil.
Onze stoere paardenkrachten konden in een oude koeienstal overnachten, veilig en wel.
De kamers zijn mooi en ruim genoeg, proper en luxueus zou ik zeggen. Het avondeten was zeer lekker (schnitzel kan al eens opgediend worden als je half pension boekt in Duitsland, maar nogmaals als je Duitsland doorkruist moet je zeker eens schnitzel eten, en zeker eens currywurst mit pommes). Het ontbijt was ook af. Prijs/kwaliteit wel een topper dit hotel.
En voor de wandelaars die dit lezen: ook voor jullie is het er zalig vertoeven, je zit in de volle natuur.
DAG 12: van Hemmelzen naar huis
De laatste 336km van onze trip zou gedeeltelijk nog over mooie kleinere secundaire wegen gaan, maar gezien hotel romantiek eraan zat te komen was de tweede helft van deze etappe snelweg-gewijs voorzien.
De kleine kronkelige weggetjes in de Eifel waren nog een festijn voor mens en motor, en de koffie in Schwerfen heeft ons zeker gesmaakt.
We lieten het nationaal park Eifel links liggen (enfin op de kaart onder ons) en reden net langs het nationaal park van de hoge venen verder richting Neu-Moresnet waar we koffie hadden gepland maar die niet hebben gedronken. Net zoals bij het vertrek de eerste tachtig kilometers, waren vanaf hier de weergoden ons minder gunstig. Dus vlug gestopt aan een benzinestation en besloten dat we dadelijk verder reden vooraleer de grote bui losbarstte.
Nog vlug afscheid genomen van elkaar want eenmaal op de snelweg zouden de wegen van Pierre naar andere oorden dan Hamme wijzen.
In Houtain-Saint-Siméon was het net de hel die losbarstte, regen viel in bakken naar beneden zoals men dat zo plastisch zegt, en de straten en rioleringen konden de zondvloed niet meer aan. We reden een beetje bergaf en ik moet eerlijk bekennen bij het zien van die stroom water op de weg dat ik mijn hart vasthield om aan het einde van deze kleine daling te komen. Maar gelukkig was het geen groot meer geworden waar we doorheen moesten en kon de riolering beneden de overtollige watermassa in de juiste banen leiden. Maar de trend was gezet.
We kwamen in Boirs de autosnelweg op en reden over de extreem kletsnatte weg aan de maximum toegelaten snelheid om zo min mogelijk rechts te moeten rijden, vermijden van aquaplaning in de soms minder zichtbare maar desalniettemin toch aanwezige spoorvorming van het rechter rijvak.
Maar gezien we allemaal al ettelijke honderdduizenden kilometers ervaring hebben werd ook deze beproeving tot een goed en veilig einde gebracht.
Volgend jaar zal ons reisje richting Vogezen gaan, naar Col Du Bussang, een nostalgische reis voor Peter, Marc en Frankie gezien dat ook de eerste bestemming was die ze startten in 2008.
Tot volgend jaar!